Naar aanleiding van de ingevulde vragenlijsten is er een conclusie getrokken over de stand van zaken binnen onze school. Uit checklisten is gebleken dat er een aantal punten als onvoldoende beschouwd kunnen worden. Die punten staan hieronder beschreven en hieruit worden nieuwe doelen opgesteld.

 

Kern 5: Onze leraren geven planmatig onderwijs en begeleiding die aansluiten bij de kenmerken en behoeften van leerlingen.

Indicator:

5.1: Onze leraren brengen de onderwijsbehoeften van de leerlingen in kaart en handelen op basis van deze informatie.

5.5: Onze leraren voeren afgesproken begeleidingsactiviteiten planmatig uit (signaleren, analyseren, diagnosticeren, handelen, evalueren, handelingpslannen). 

5.7: Onze leraren maken extra tijd vrij voor begeleiding van leerlingen die daaraan behoefte hebben (bijvoorbeeld: extra voorinstructie, hulp buiten schooltijd).

 

Kern 8: Leerlingen met extra onderwijsbehoeften krijgen bij ons extra leer- en instructietijd.

Indicator:

8.6: Onze leraren realiseren buiten schooltijd extra onderwijstijd voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften.

 

Kern 10: Onze leraren stemmen de instructie af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.

Indicator:

10.6: Onze leraren controleren frequent of leerlingen met extra onderwijsbehoeften de uitleg begrijpen (terugvragen of de leerlingen de uitleg hebben begrepen).

10.7: Onze leraren geven de uitleg voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften in kleine opeenvolgende stappen.

 

Kern 11: Onze leraren stemmen de verwerking af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.

Indicator:

11.5: Onze leraren geven opdrachten die passen bij de leerstijl van de leerlingen met extra onderwijsbehoeften (leerlingen die veel met taal willen doen, leerlingen die praktisch zijn, leerlingen die visueel zijn ingesteld).

11.6: Onze leraren geven leerlingen met extra onderwijsbehoeften extra en directe feedback.

 

Kern 17: Onze school heeft een helder beleid op het gebied van leerlingenzorg.

Indicator:

17.3: Onze school heeft een transparant en duidelijk zorgprofiel. Het is voor ouders en anderen helder welke leerlingenzorg de school biedt (Het gaat erom dat duidelijk is welke zorg de school biedt en waar de grenzen liggen).

17.5: Procedures en afspraken over leerlingenzorg zijn duidelijk (Het gaat hier om duidelijke afspraken over handelingsplannen, gesprekken met ouders en leerlingen, afspraken rond dossiers).

17.7: De inzet van zorgmiddelen door de school is bij ons duidelijk (Denk aan de middelen uit rugzakjes, middelen uit het swv).

Kern 17 gemiddeld beoordeeld met een onvoldoende.

 

Algemene conclusie

De leerkrachten ervaren te weinig tijd in het organiseren van extra begeleiding. De leerkrachten willen meer inspelen op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Het zorgprofiel moet duidelijker worden en de afspraken hierover eenduidig. Het inzetten van zorgmiddelen moet behapbaar zijn voor de leerkrachten. Oftewel de gehele conclusie samengevat: De leerkrachten hebben meer tijd nog voor de organisatie, begeleiding en het planmatig werken met de leerlingen. Het klassenmanagement moet bijgesteld worden per groep.

Aanpak voor de komende twee jaar

Op basis van de bovenstaande conclusie hebben wij ontwikkelplannen voor de school opgesteld. Hier willen wij als team de komende periode aan werken. Wij hebben gekozen voor deze doelen omdat deze aansluiten bij onze visie en bij het bieden van ondersteuning bij onderwijsbehoeften van leerlingen.

 

1 Tijdsplanning

2 Klassenmanagement

3 Planmatige begeleiding

 

Aan het eind van het schooljaar 2019-2020 kunnen de leerkrachten planmatig te werk gaan met voeren van begeleidingsactiviteiten voor zorgleerlingen. Hierbij krijgen zij begeleiding van de IB’er.

 

Aan het eind van het schooljaar 2019-2020 weten de leerkrachten hoe zij organisatorisch te werk kunnen gaan aan de hand van een tijdschema op gebied van rekenen en taal, zodat er ruimte over blijft voor extra begeleiding waar nodig. Dit wordt afgestemd per groep en gereflecteerd tijdens vergaderingen.

 

Activiteiten om deze doelen te behalen

 

Doelenbord in de leerkamer – wekelijks

Elke week bedenkt de leerkracht voor zichzelf één doel. Dit schrijft de leerkracht op het doelenbord. Deze doelen worden aan het begin van de week met elkaar besproken en gekeken naar wat er nodig is om het doel te behalen. Aan het eind van de week wordt er kort met elkaar besproken of het doel is behaald. Zo niet, hoe wordt het doel wel behaald? De leerkrachten begeleiden elkaar in het proces.

 

IGDI-model gewijs lessen ontwerpen

De leerkrachten gebruiken twee keer per week het IGDI-model. Dit gebeurd voor taal/rekenen. Op deze manier leren de leerkrachten om met dit model te werken. Het eigen maken van deze werkwijze zorgt ervoor dat de leerkrachten van te voren bewust nadenken over hun werkwijze. Er moet ingespeeld worden op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

 

Stoplicht in de klas

Elke klas krijgt een stoplicht in de klas. Als het stoplicht op rood staat mogen de leerlingen de leerkracht niet benaderen, enige uitzondering is noodsituaties. Op deze manier krijgt de leerkracht tijd om leerlingen zelf te benaderen en te begeleiden. Het stoplicht mag minimaal 2 keer week op rood gezet worden door de leerkracht. De leerlingen leren hierdoor omgaan met uitgestelde aandacht.

 

Klassenbezoeken bij de andere groepen

De leerkrachten bezoeken elkaar, om te kijken hoe hun collega’s te werk gaan. Hierdoor leren de leerkrachten elkaar beter kennen en kunnen zij van elkaar leren. Hierdoor komt er meer begrip voor elkaar en voor de grote klassen.

 

Jezelf filmen

De leerkrachten filmen zichzelf minimaal één keer per maand. Zij reflecteren deze film onder begeleiding van de intern begeleider. Op deze manier krijgt de leerkracht manieren aangereikt om zijn lessen te verreiken en kan er gekeken worden naar het doel van de week.

 

Cursus

Elke leerkracht moet verplicht één cursus volgen. Deze cursussen moeten gaan over klassenmanagement, tijdspanning of begeleiding van zorgkinderen. Na de cursus bereiden de leerkrachten een korte presentatie voor. Deze wordt gedeeld in het team tijdens een vergadering en kan aangegeven worden in de jaarplanning.

 

Doelen in de klas

Er komt per klas een doelenbord. Op deze manier worden de leerlingen bewust van hun eigen leerproces. Ze bepalen grotendeels wat zij zelf willen leren en worden hierdoor intrinsiek gemotiveerd. Dit draagt bij aan een positieve sfeer binnen de klas. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van het talent van het kind. De leerkrachten houden hier rekening mee.

 

Coöperatieve werkvormen

Op deze manier komt er meer beweging in de klas. Tevens leren de leerlingen met en van elkaar. Per week worden er minimaal twee coöperatieve werkvormen ingezet. Door het inzetten van coöperatieve werkvormen leert de leerkracht om gaan met klassenmanagement en tijdsplanning. De coöperatieve werkvormen worden vanzelf eigen en de leerkrachten kunnen deze in de verloop van de tijd sneller inzetten.