Sinds 2014 is er een nieuwe wet op Passend Onderwijs. Deze wet houdt in dat elke school een zorgprofiel heeft met daarin welke zorg zij aan kinderen kunnen bieden. Voor onze school geldt dit ook.

Passend onderwijs houdt voor ons het volgende in:

"If the child doesn't learn the way you teach. Teach theway the child learns."

Wij zijn er achtergekomen dat het 'gewone' onderwijs in de klas niet altijd passend is. Wanneer dit het geval is gaan wij samen met de leerling, ouders, leerkracht en specialist opzoek naar een vorm van onderwijs die wel bij het kind past. Op deze manier willen wij het onderwijs in de klas en binnen de school verbeteren. 

 

Basiszorg

Wij kunnen op school extra hulp bieden aan kinderen met dyslexie en dyscalculie. Op dit gebied verzorgen wij extra ondersteuning door middel van specialistische hulp. Op de school is zowel een dyslexiespecialist als een dyscalculiespecialist aanwezig.Kinderen die deze zorg nodig hebben kunnen bij deze twee leerkrachten terecht en zij geven de andere twee leerkrachten advies. Daarnaast heeft de intern begeleider tijd voor remedial teaching. 

Wanneer dit nog niet voldoende blijkt te zijn, is er binnen de stichting ruimte voor extra expertise. Deze gespecialiseerde extra begeleiding bevat een op maat afgestemd programma waarbij gekeken wordt naar de individuele onderwijsbehoeften van de leerling. 

 

Daarnaast is er op onze school een plusklas aanwezig voor de groepen 5 tot en met 8. Kinderen die extra uitdaging aankunnen zitten elke vrijdagmiddag in de plusgroep. Juf Janny verzorgt deze middag waarbij de onderzoekende houding van de kinderen centraal staat. Aan de hand van een thema krijgen de kinderen extra opdrachten waarbij denkvaardigheden erg belangrijk zijn. Vanaf volgend schooljaar willen wij deze plusgroep ook aanbieden voor de kinderen in de groepen 1 tot en met 4, want ook deze kinderen hebben recht op een extra uitdaging wanneer zij dit aankunnen. 

 

Specialistische zorg

Elke school binnen ons samenwerkingsverband is gespecialiseerd in een bepaald didactisch of pedagogisch aspect. Doordat wij samen een verband vormen, kunnen kinderen die op onze school niet de hulp kunnen krijgen die ze verdienen, makkelijk overgeplaatst worden naar een school die die zorg wel aanbied. Binnen onze school is er een gedragstherapeut aanwezig die is gespecialiseerd in ADHD. Wanneer een leerling in de klas gediagnosticeerd is met ADHD of wanneer dit wordt vermoed, wordt deze specialist ingeschakeld. In de klas wordt er dan samen met de leerkracht, de ouders en de leerling gekeken naar de behoeftes van deze leerling en hoe hier aan voldaan kan worden. Voor ADHD houdt dit vaak in dat er met de leerling extra afspraken worden gemaakt bijvoorbeeld over het gebruik van een wiebelkussen, een time-out hoek en de mogelijkheid om naar buiten te gaan. 

Meester Jasper rond dit jaar de master tot gedragsspecialist af. Voor de komende vier jaar is ons doel om nog een leerkracht op te laten leiden tot gedragsspecialist en de specialisatie rondom ADHD verder vorm te geven binnen onze school. Wij willen de kinderen voldoende hulp kunnen bieden die aansluit bij de specifieke individuele onderwijsbehoeften.    

 

Ontwikkelingsperspectief

Het kan natuurlijk altijd voorkomen dat een leerling niet volledig mee kan komen met de andere leerlingen in de klas. in eerste instantie wordt er dan gekeken of de leerling voldoende baadt heeft aan de hulp die valt onder de basisondersteuning. Dit houdt in dat de leerling een (kort durende) remedial teaching krijgt bij bijvoorbeeld de intern begeleider, of dat er samen met de leerkracht, de ouders en de leerling wordt gekeken wat er in de klas aangepast kan worden (een koptelefoon, extra werk, verlengde instructie). Mocht dit niet voldoende zijn, dan wordt er een specialist ingeschakeld die in de klas de leerling zal observeren. Aan de hand daarvan wordt er bepaald of er een OPP (ontwikkelingsperspectief) moet worden opgesteld. Bij het OPP wordt niet alleen onderzoek gedaan naar de didactische-, cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling, maar ook naar de spraak- en taal-, lichamelijke-, motorische-, zintuiglijke ontwikkeling. Daarnaast wordt er nog  gekeken naar de thuissituatie en de opvoeding van de leerling. Als het kind volledig in kaart is gebracht, worden er doelen opgesteld. De doelen zijn gebaseerd op het leerrendement van de leerling en worden voor een bepaalde periode gemaakt. Na deze periode wordt er geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Wanneer een leerling een OPP heeft, zal het (op bepaalde gebieden) niet meer meedoen met de rest van de klas. Het kind kan de leerstof dan of individueel vergaren of onder begeleiding van een intern begeleider, onderwijsassistente of specialist.    

Mocht dit nog niet de juiste oplossing zijn voor de behoeften van de leerling, dan onderzoekt een adviseur vanuit het samenwerkingsverband of toelating tot het speciaal basisonderwijs noodzakelijk is (OCO, 2009).